Afsprakenlijn: 078-6214118
Spoed: 078-6177898

 

Afsprakenlijn: 078 - 621 41 18
Spoed:  078 - 617 78 98

Krant en media

krant

21-10-2016

Verloskundigen­praktijk Lucina brengt alle specialiteiten onder één dak

De Dordtse verloskundigen­praktijk Lucina slaat de vleugels uit. Lucina verandert in een Verloskundig Centrum, met alle specialiteiten onder één dak.

Naast individuele consulten wordt een nieuwe vorm van zorg aangeboden

Marlies Verhagen

 

De voormalige peuterspeelzaal Het Kaboutererfje aan het H. Roland Holst-erf is nu nog het domein van werklieden die de oude lokalen omtoveren tot een Verloskundig Centrum. Vanaf 1 november is het gebouw in de wijk Stadspolders de nieuwe werkplek van de verloskundigen Jetske Vocke (56), Marlies Verhagen (39), Priscilla van Baaren (36) en Emma de Haan (29), die met het in 1984 opgerichte Lucina een nieuwe weg op het gebied van verloskundigenzorg inslaan. 

,,Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar toen ik met de praktijk ben gestart, was er nog geen sprake van digitalisering en mobiele telefonie. Het was de periode van de kaartenbak, van het in een telefooncel bellen als je onderweg was naar een cliënt. Ook de periode van het ziekenfonds is voorbij en de situatie van drie ziekenhuizen in de stad Dordrecht is veranderd naar één geboortecentrum'', schetst Jetske Vocke het historische tijdsbeeld waarin Lucina, de naam verwijst naar de beschermster van de zwangere vrouw, ontstond.

Pionierswerk
,,Van het pionierswerk in de jaren 80 is Lucina anno 2016 veranderd in een multifunctioneel centrum. Ons logo blijft intact, alleen veranderen we het woord verloskundigenpraktijk in Verloskundig Centrum en voegen we de ondertitel 'Vrouw & Gezondheid' toe'', geeft Marlies Verhagen aan. ,,Met de schaalvergroting beogen we een betere uitkomst voor moeder en kind, waarbij we het hele proces begeleiden: van kinderwensgesprek tot zwangerschap en bevalling, maar ook nacontrole na de geboorte van het kind en anticonceptiezorg.''

Met de verhuizing van het Selma Lagerlöferf naar de nieuwe locatie breekt letterlijk een nieuw tijdperk aan. Marlies Verhagen: ,,Wat verandert, is dat er in de nieuwe situatie naast individuele consulten een nieuwe vorm van zorg wordt aangeboden: centering pregnancy. In plaats van een kwartier zullen de controles twee uur in groepsverband gaan duren, waar er interactieve gesprekken kunnen plaatsvinden tussen aanstaande moeders die in dezelfde fase van hun zwangerschap verkeren. Zo kunnen zij ook informatie, tips en trucs uitwisselen.''

Prikpost
In het centrum zullen naast de verloskundigen ook diverse specialisten regelmatig hun werkkring hebben. Marlies Verhagen: ,,Daarbij moet je denken aan een bekkenfysiotherapeut, een kraamcentrum, zwangerschapsgym, een zwangerschapsschoonheidsspecialiste en een fotograaf die zwangeren en pasgeborenen fotografeert. Op termijn zullen er een diëtiste en een eerstelijnspsycholoog bij komen. Op korte termijn willen we ook onze eigen prikpost, om bloed te prikken, inrichten en wordt het mogelijk om naast de basisecho's ook de echo van twintig weken hier te laten maken.''

Jaarlijks zijn de verloskundigen van Lucina betrokken bij 350 tot 400 geboortes.

Thuis bevallen is toch net zo veilig als in het ziekenhuis bevallen

Voorpagina Artikel NRC handelsblad 2 sept 2015.

Het was in 2010 groot nieuws: bij de gynaecoloog is een baby veiliger dan bij de verloskundige. Nu is dat weerlegd.
Bevallen met de verloskundige is even veilig als een bevalling in het ziekenhuis onder begeleiding van een gynaecoloog. Dat concluderen gynaecologen en verloskundigen van het AMC en het VUmc in Amsterdam.
Dat is een heel ander onderzoeksresultaat dan de uitkomst van een eerdere, kleinere Utrechtse studie die in 2010 voor grote ophef zorgde. Daaruit kwam dat vrouwen die hun bevalling bij een verloskundige beginnen een 2,3 keer zo grote kans lopen dat hun kind tijdens of kort na de bevalling overlijdt, vergeleken met een bevalling die onder supervisie van een gynaecoloog begint. Het AMC-onderzoek is online gezet door het tijdschrift Midwifery .
Thuis bevallen is een unieke Nederlandse traditie. Het gebeurt binnen een ‘verloskundig systeem’ waarbij zwangeren met een laag risico op complicaties onder controle van de verloskundige bevallen. Dat kan thuis, maar ook in een kliniek. Vrouwen met een verhoogde kans dat er iets misgaat bij de bevalling worden door de gynaecoloog begeleid. Die kunnen niet meer kiezen om thuis te bevallen.
‘Babysterfte te wijten aan verloskundig systeem’, kopte NRC Handelsblad begin november 2010 toen de Utrechtse studie verscheen. En de krant Trouw begon het nieuws met: ‘Baby veiliger bij gynaecoloog’. De toon was gezet, ook door tamelijk ferme conclusies van de onderzoekers, en in kranten en op tv laaide de strijd tussen verloskundigen en gynaecologen op. Met als positieve conclusie dat de samenwerking moet verbeteren. Het gebeurde allemaal in een periode met verontrustende publicaties over de hoge babysterfte in Nederland, vergeleken met andere Europese landen.

Inmiddels daalt die sterfte. En verandert ook de manier waarop vrouwen in Nederland bevallen. Het aantal thuisbevallingen daalt gestaag. Steeds meer vrouwen vragen om pijnbestrijding tijdens de bevalling.
Gynaecologische en verloskundige onderzoekers hadden al snel kritiek op de opzet van het Utrechtse onderzoek. Een maand na de publicatie in het British Medical Journal plaatste dat tijdschrift twee ingezonden brieven van Nederlandse critici. Voornaamste bezwaar was dat de geografische gebieden waarin de levende kinderen en de overleden kinderen waren geteld niet goed overlapten. En dat de sterfte bij de verloskundigen in het Utrechts onderzoek ook twee keer zo hoog was als gemiddeld in Nederland. Er moest iets mis zijn met het onderzoek, was de teneur. In een weerwoord onder beide brieven schreven de Utrechtse onderzoekers dat „gegeven de beperkingen van de studie” er geen conclusies uit kunnen worden getrokken. „We benadrukken dat we alleen filosofeerden over bepaalde verklaringen en oplossingen.”

Groter en nauwkeuriger
Vier ondertekenaars van zo’n eerdere kritische brief zijn nu mede-auteur van het Amsterdamse onderzoek, met een heel andere uitkomst. De nieuwe studie is groter, met bijna tweemaal zoveel bevallingen en heeft een nauwkeuriger uitslag. Wel zijn gegevens uit een overlappende periode, van 2005 tot 2008, gebruikt. Overleden baby’s met een duidelijke aangeboren afwijkingen zijn uitgesloten.
„Er is gedacht: we zoeken het uit voor de regio Amsterdam. Er was zo veel commotie over ontstaan. Het moest gewoon nog een keer gedaan worden, ook gezien de bezwaren”, zegt eerste auteur en gynaecoloog in opleiding Melanie Wiegerinck.
Beide onderzoeken keken, vooral om onderzoekstechnische redenen, alleen naar babysterfte bij zwangeren waarbij de bevalling na een normale zwangerschapsduur al begonnen is. Daarbij vindt ongeveer een tiende van de totale babysterfte plaats.
Voorbarig

De vraag is dan wat een zwangere aan de uitkomst van dit onderzoek heeft. Mede-onderzoeker en verloskundige Ank de Jonge: „Als ik iemand tegenover me heb die 36 weken zwanger is en die zegt: ‘Ank ik wil graag bij jou bevallen, maar is dat wel veilig?’ Dan kan ik nu zeggen ‘Ja, het is veilig.’ Dat is de relevantie.” De discussie, ook naar aanleiding van het onderzoek van vijf jaar geleden, heeft het vertrouwen dat vrouwen hebben in de verloskundige zorg een knauw gegeven, aldus De Jonge. „Nu zijn onze resultaten er en dan moet je zeggen: jammer, dat was eigenlijk voorbarig.”
De sterfte bij een bevalling na een voldragen zwangerschap is maar een klein stukje van de sterfte, zegt hoogleraar gynaecologie in het AMC Joris van der Post, een van de initiatiefnemers van het onderzoek. „De hele vroege vroeggeboorte is momenteel het grootste probleem in de verloskunde. Maar bij zo’n voldragen zwangerschap is de dood nog moeilijker te bevatten, omdat je ziet dat het kind al helemaal klaar was.”

Zeldzaam drama
61 overleden baby’s telden de Amsterdamse onderzoekers.
83.289 normale bevallingen onderzochten ze in hun studie,
7,0 per 10.000 geboren baby’s stierven er bij de verloskundigen.
8,0 per 10.000 baby’s stierven er bij de gynaecoloog.
8,4 per 1.000 geboren kinderen bedroeg de totale babysterfte in Nederland (in 2013).
Dit percentage ligt vooral hoger door de sterfte van veel te vroeg geboren kinderen.

For You Magazine Dordrecht

Januari 2015